Noord Luzon, Baguio
Door: Nettie
Blijf op de hoogte en volg Nettie
20 Februari 2019 | Filipijnen, Baguio City
Thuis zou ik me schamen om voor 500 meter afstand een taxi te nemen maar hier kan je dat maar beter wel doen: oversteken is levensgevaarlijk: geen zebra-paden of stoplichten en aarde-donker. Niet zo gek dus dat ik de eerste de beste, donkere avond struikel ik over een stoepje; gevolg: bult op het voorhoofd en kapotte knieen. Dat valt mee gelukkig. Helemaal dizzie als gevolg van deze val en de verschrikkelijk bloederige film die die de bus wordt vertoond kom ik terug in het hotel en val direct in slaap.
Daags erna wil ik toch weer oversteken want helaas ligt er een groot winkelcentrum, heel hoog in het midden van de stad. De weg er naar toe heeft diverse bochten en een enorm hoogteverschil. Hemelsbreed is het 500 mtr vanaf mijn hotel. Maar ik doe een poging en kom hijgend van inspanning boven aan. Wel goed voor de conditie maar daar was ik niet op uit. Na het winkelcentrum wil ik 200 meter verder naar het museum. Ik vraag een winkelmeisje naar de richting en ze zegt: warom neem je geen taxi. Dat doe ik en voor 40 pesos (50cent) sta ik voor het prachtige streekmuseum. Hier krijg ik alvast een leuk voorproefje van hoe de diverse stammen Ibulo, Ifago, in Luzon leefden.
De volgende dag besluit ik om niet via de gebruikelijke route naar Sagada te gaan maar een omweg te nemen naar Kabayan. Ik kom terecht in een Oosternrijks aandoend gasthuis waar Jertrude de scepter zwaait. En dat doet ze goed: alle gasten worden zelfs uitgenodigd op haar verjaardagsfeest - met taart - en ze zingt prachtig met haar vele kleinkinderen. Jertrude regelt ook dat ik samen met Sara, een Zwitsers meisje een dagtrip kan doen naar de Pongsavan caves, heel hoog in de bergen. In deze omgeving werden vroeger, zo'n duizend jaar geleden de doden opgevouwen in een kistje begraven. De meesten doden liggen zo hoog in de bergen dat ze niet bereikbaar zijn maar deze dus wel.
Dacht ik. Een gids is verplicht want die moet de kistjes openschroeven.
Na een prachtige, heel enge route over smalle bergpaadjes komen we op een zonnige zondagmorgen aan bij het punt vanwaar we nog 800 meter tegen een steile helling moeten klauteren. Ik weet meteen: dat gaat me niet lukken en is zelfs levensgevaarlijk voor mij! Sara probeert het wel met de gids en komt 2 uurtjes later doodop terug maar met prachtige foto's, Ze zegt dat het klimwerk loeizwaar en gevaarlijk is.
Ik heb me intussen prima vermaakt in het bergdorp: omdat het zondagmorgen is hoeven de meeste jongeren niet te werken en staan in groepjes bij elkaar te praten. Ik loop er naar toe en probeer te achterhalen wat ze van hun president Duterte vinden. Nou die vinden ze prima, ze houden wel van die harde aanpak. Heel bijzonder om te zien hoe te mensen op deze hoogte in hun onderhoud kunnen voorzien: de armzalige bloemkolen worden een voor een gevouwen in het kleinvrachtwagentje gelegd voor de markt daags erna in Kabayan.
Weer beneden zien we nog maar grotten waarin gaten zitten: de lijkkistjes werden daar gewoon ingeschoven. Het is onbekend hoeveel doden op deze manier in de ontelbare grotten zijn begraven. Tot duizend jaar geleden want daarna kwam het katholicisme en moesten de mensen languit in de kist worden gelegd en ook de graven waren gewoon bovengronds. In het kleine dorpje Kabayan is overigens nog een vreemd overblijfsel van begraven: er is een oud vrouwtje die helemaal achter in haar tuin een kelder heeft waar heel veel doden liggen: voor 20 pesos mag je daar gaan kijken. Wat Sara en ik doen natuurlijk.
Al met al een bijzonder verblijf in een bijzonder dorp. Daag erna ga ik door naar Sagada, Via Bontoc.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley